Volg je dromen, ze kennen de weg

Een verhaal uit het (Auxilia-)leven gegrepen.

Het was de eerste keer dat ik die school van binnen zag, al was ik er al duizenden keren voorbijgereden. Altijd vond ik ze prachtig gelegen, omringd met velden uit ons prachtig Haspengouwse landschap. En altijd dacht ik: “Als ik nu nog kleine kinderen had, dan zou ik ze zeker daar inschrijven. Het is nog een school op kindermaat.”

Een labyrint van gangetjes, poortjes en deuren leidde ons uiteindelijk naar het schoolhoofd. Ik zou moeten zeggen “directeur” maar daar had hij niet de stijl van en die koele titel past ook niet in deze warme school want zelfs een gepensioneerde als ik voelde er zich al meteen thuis.

Daar waren we dan met z’n vieren: Mia van Auxilia, het schoolhoofd, een lerares en ikzelf. Het gesprek ging over twee Afrikaanse meisjes met leermoeilijkheden die eigenlijk nog maar enkele maanden in deze school zaten. Ze waren een viertal jaren geleden uit Kenia gekomen en hadden eerst in Antwerpen gewoond. De mama was vooral Engelstalig en zorgde alleen voor haar kinderen.

De oudste, Masha, zat in het vijfde leerjaar. Haar jonger zusje, Naja, volgde het vierde. Ze waren beiden vrij goed geïntegreerd en konden vlot Nederlands maar beiden hadden een schoolachterstand. Bij Masha vormde vooral Frans een probleem. Bij Naja was wiskunde de boosdoener. Deze laatste had bovendien de diagnose ASS meegekregen, iets dat ik spijtig genoeg wel ken. De prioriteit lag eigenlijk vooral bij Masha omdat men overwoog om haar het zesde te laten overslaan zodat ze meteen in het BSO kon stappen. We kregen heel wat verslagen en testen te zien zodat we ons een zo duidelijk mogelijk beeld konden vormen van de toestand en de mogelijkheden. De vraag was of ik er eentje of allebei kon helpen. Ik had tenslotte al twee leerlingen die ik ondersteunde en bovendien al behoorlijk wat werk vroegen. Bovendien… had ik me niet voorgenomen om mijn hulp te beperken tot twee? Gelukkig doet gek zijn geen pijn zoals men hier vaak zegt en ik stemde toe.

Je kunt het draaien en keren zoals je wilt maar ik denk dat iedere persoon met een tikkeltje levenservaring wel ergens een vooroordeel heeft opgelopen over een of andere cultuur, over een of ander volk, over een of ander land en noem zo maar op. Eerlijk gezegd had ik dat ook een beetje: wie zouden die mensen zijn, zou dat meevallen, zouden daar de essentiële voorwaarden voor een doeltreffende ondersteuning wel aanwezig zijn? Mijn vooroordelen smolten als sneeuw voor de zon. Dore was een heel vriendelijke en bezorgde mama, Masha en Naja twee voorbeeldige meisjes! 

Bij de eerste les Frans vroeg ik of Masha die taal graag had. Ze antwoordde: “Ik vind die taal wel best mooi maar ze is zo ingewikkeld…” Je kan moeilijk zeggen dat ze ongelijk heeft. Probeer maar aan een normale mens uit te leggen dat je die “s” en die “t” en die “d” achteraan of die “h” in een woord niet moet uitspreken, en dan die vreselijke “on”-klank, om nog van de vervoegingen te zwijgen! Ik vertelde haar dat Engels in feite slecht gesproken Frans is en ik legde haar uit dat na een oorlog in 1066 de Fransen hun taal aan Engeland hadden opgelegd. Hierdoor werd hun Germaanse taal doorspekt met Franse woorden. En als je me niet gelooft, vertaal maar eens het Franse “administration” of “population” of “description” naar het Engels. Als je een verschil ziet, heb je wel een probleem want het is identiek. Masha vond dat wel leuk en ik legde haar uit dat het betekende dat haar Engelstalige achtergrond in feite een voorsprong was. Ik zei ook dat we veel zouden lezen en praten om het taalgevoel wat aan te scherpen. En vooral dat taal een communicatiemiddel is, dat wil zeggen dat het belangrijkste is om over te brengen wat je bedoelt, dat het aantal fouten op de tweede plaats komt.

Ik stelde snel vast dat ze mooi Frans kon lezen maar ze was zo onzeker dat ze heel stilletjes las. Zelfs met mijn hoorapparaten kon ik haar nauwelijks horen. Ik legde haar dus uit dat haar uitspraak heel goed en zelfs mooi was, dat ze er best trots mocht op zijn. Na een hele tijd sprak ze luider. We deden ook veel spreekoefeningen waarbij ik opzettelijk fouten maakte om haar alert te houden. Zou zei ik bijvoorbeeld dat ze 24 vriendjes had want ze had me verteld dat ze bevriend was met 4 jongens en 10 meisjes. Ze keek me aan vol ongeloof en ik kon mijn lach niet inhouden: ze had natuurlijk 14 vriendjes, “quatorze” dus. Zo hielden we het plezierig maar ook boeiend. De resultaten volgden.

De band werd steeds nauwer en zelfs Dore kwam geregeld om raad. Ze was trouwens altijd immens correct en dankbaar. Toen polste ik eens naar Masha haar toekomstplannen. Ze zei wat verlegen: “Ik zou dokter willen worden” en op mijn volgende vraag specifieerde ze “kinderarts”. Ik zei dat ik het spijtig vond, dat ik liever had dat ze geriatrie zou volgen, dan wist ik al waar naartoe te gaan en we lachten er hartelijk om. Ik zei tegen haar: “Kijk, Masha, wat je droom ook moge zijn, hoe gek hij ook mag lijken, als het écht je droom is, moet je ervoor gaan.” En ik voegde eraan toe wat ik zelf ooit eens gelezen had in het Frans “Mieux vaut des remords que des regrets”. (Beter wroeging dan spijt). Iets doen en falen, is verre van een schande Je deed het, het ging niet, je trekt er je conclusies uit en je begint een nieuw blad. Iets niet doen en er zin in hebben, is heel spijtig en die spijt laat je nooit meer los want je zal nooit weten of het eigenlijk mogelijk was of niet. “Welke studies moet ik daarvoor doen vroeg ze?” Ik legde uit dat ASO sowieso aangewezen is en dat Latijn ook een voordeel inhield. Ik beloofde dat ik haar hiertoe zeker zou helpen.

Masha sloot haar vijfde jaar met succes af en deed ook haar zesde. Dit schooljaar begon ze in het ASO en veiligheidshalve werd ze in het 1° jaar “++” ingeschreven. Dat is een jaar met meer ondersteuning.

Enkele weken geleden zei ze me heel zachtjes maar heel trots: “De juffrouwen hebben gezegd dat ik eigenlijk best Latijn zou kunnen en overwegen om mij in een hogere klas te zetten”. Kort nadien was het een feit: Masha zit nu heel fier in een zwaardere richting, net geen Latijn, en zet zich nog meer in dan voordien! Ik vond het zo prachtig voor haar. Ik was zo blij voor haar. Ze verdient het écht”! Doré zei tegen me “Thanks, Patrick, you did it!” en ik moet eerlijk zeggen dat die dankbaarheid me diep raakte maar ik antwoordde: “Thanks a lot Dore but she did it. I helped a little bit and you gave her a chance”

Toen dacht ik even aan een Frans gezegde: “Ils ne savaient pas que c’était impossible, c’est pourquoi ils l’ont fait » (ze wisten niet dat het onmogelijk was, daarom deden ze het). 

En nu vragen jullie zich waarschijnlijk af hoe het met Naja verliep. Wel, Naja heeft het wat moeilijker, ze kan zich ook niet zo goed concentreren als haar zus. Maar ze doet ook altijd haar uiterste best en ze is ook enorm lief en vriendelijk. Ik heb haar gezegd dat ze misschien nooit Einstein zal worden maar de wiskundeknobbel zien we toch al een beetje op haar voorhoofd en dan lachen we ermee. Haar wiskunde evolueert ook gunstig en, autisme of niet, Het is een heel aangenaam kind. Ze zal zeker en vast ook haar weg vinden omdat ze zich zo blijft inzetten en omdat ze uit een warm nest komt.

Vaak denk ik dan: “Suis tes rêves, ils connaissent le chemin” (volg je dromen, ze kennen de weg).

Vrijwilliger Patrick Buffel 18-02-2021