Dagboek van een vrijwilliger 6

Kerstkadootje

De laatste donderdag voor de kerstvakantie. Shabnam doet de voordeur open en ik zie meteen dat ze opgewekt is. Haar ouders en haar grote broer staan ook in de woonkamer. Mondmaskers kunnen hun grote glimlach niet verbergen. De ruimte is gevuld met een sfeer die ik herken. Een bijna feestelijke sfeer. De sfeer na een goed rapport. Ze heeft het heel goed gedaan op school, en op het oudercontact heeft de leerkracht gezegd dat ze zó snel vooruitgang maakt dat ze na de kerstvakantie volledig mag overstappen van de OKAN-klas naar de gewone klas. Yessss!, denk ik. En dan roep ik het ook. Blij dat ik deze voormiddag wafels bakte en nu met een doos kan bijdragen aan de feeststemming.

Ik weet dat die goede resultaten op school geen effect kunnen zijn van mijn bezoekjes. Ik kom nog maar een kleine maand bij haar en het is onwaarschijnlijk dat mijn intuïtieve, soms chaotische aanpak al tot iets meetbaars geleid kan hebben. Toch sta ik mezelf toe om dat een beetje te geloven, en plots zijn we geen vijf mensen in een kamer, maar een team. Een winnend team.

“Goed gedaan!”, zeg ik, en ik hou mijn hand op voor een high five. Eigenlijk wil ik haar het liefst tegen mijn borst drukken, waar ik die bekende, licht bedwelmende moederlijke trots voel aanzwellen. 

“Ben je blij?”, vraag ik. Shabnam knikt. “Of heb je ook een beetje stress?”

“Ja”, knikt ze feller. Ze lijkt opgelucht dat ik het opmerk. “Ook stress. Want ik ga de enige anderstalige in de klas zijn…wat als ik iets niet begrijp, of niet kan antwoorden?”

“Dat komt goed”, zeg ik. “Jij kan dat!”

De moeder in mij voegt snel toe: “En je hebt mij, hè. We gaan dat samen doen!”

Ik kijk naar mama Zahra. We hebben exact dezelfde leeftijd. Ik hoop dat ze het niet erg vindt dat ik haar dochter een beetje geestelijk adopteer.

Door de kou fiets ik naar huis. Lang geleden dat ik me nog zo strijdvaardig heb gevoeld. En zo zeker van onze plaats op het podium.

Kristien Fransen