Dagboek van een vrijwilliger 7

Slecht geslapen

Ik sliep slecht vannacht, en ik heb een vermoeden van de oorzaak. 

Toen ik dit dagboek startte, had ik Shabnam gevraagd of het oké was dat ik over onze ‘leeravonturen’ schreef, en of ik haar naam daarbij mocht vermelden. Zeker, was haar antwoord, geen probleem. Ik had gezegd dat ik haar zou laten lezen wat ik zoal schreef, maar dat was er nog niet van gekomen. Het zat me dwars. Het was alsof ik andere mensen achter haar rug liet meekijken in haar leven, haar huis, haar familie. Gisteren had ik de hele blog afgedrukt en meegenomen. 

“Je moet het maar op je gemak lezen”, zei ik toen ik het haar gaf. “Als je wil, kunnen we er volgende keer over praten. En laat het ook maar eens aan je familie zien. ”

Ze was nieuwsgierig naar wat ik had geschreven over haar, over ons. “Ik ga alles lezen”, lachte ze, “en elk woord dat ik niet ken, draai ik door Google Translate!”

Toen bekroop me de twijfel. Ik wist zeker dat ik me nergens negatief over had uitgedrukt, daar was ook geen aanleiding voor. We konden het van in het begin goed met elkaar vinden. Geen cultuurshocks of gevoelige misverstanden, niemand betrapt op akelige vooroordelen. Ik ben deze familie graag gaan zien en in mijn ogen zijn mijn stukjes dan ook een lofzang op onze samenwerking. Maar zouden mijn woorden bij haar ook zo binnenkomen? Zou mijn toon hier en daar niet wat paternalistisch aanvoelen? Zal ze zichzelf herkennen in mijn teksten, of heb ik van haar enkel laten zien wat in mijn (schrijvers)kraam paste?

Dat hield me vannacht uit mijn slaap. Ik werd wakker uit een droom waarin Shabnam mijn stukjes in vertaling voorlas aan haar familie. Hun gefronste voorhoofden omsingelden me. Ze vroegen me waarom ik dit en dat, zus en zo over hen had geschreven. Ik wist niet wat te antwoorden. De woorden die ik op papier zo gemakkelijk vind, kwamen me nu niet ter hulp.

Aan het ontbijt wil ik haar bellen en vragen of ze alles al heeft gelezen. Ik wil haar horen lachen en zeggen dat ze het mooi vond. Of desnoods gewoon neutraal oké. Maar ik moet wachten tot donderdag, ze heeft geen gsm.

In een mooiere droom schrijft ze binnenkort mee, en publiceren we samen. Om beurten onze briefwisseling op de website. Daar zou ik me een stuk beter bij voelen. 

Kristien Fransen