Amida vroeg me om ik haar eventjes kon helpen met haar taak Nederlands. Normaal ondersteun ik haar wekelijks met Frans. Ze komt uit Iran en is nog maar een zestal jaren in België en heeft het Nederlands al behoorlijk onder de knie. “We moeten een verhaal schrijven, naar keuze maar we moeten het opgegeven schema opvolgen. We moeten het daarna in de klas voordragen”. Ik keek even naar de juiste opdracht die in feite vrij logisch bleek: een inleiding, een middenstuk, een slot of conclusie. Toch bleek dat moeilijk voor haar. Ik vroeg: “Heb je een verhaal dat je graag zou delen met je klas?” Ja, dat had ze maar ze wist niet of dat wel zou gepast zijn. Ze wou vertellen hoe ze met haar gezin halsoverkop haar land had moeten ontvluchten om uiteindelijk naar hier te komen. Ik zei dat ik het een heel goed idee vond. Het is een waar verhaal, dus veel makkelijker om te presenteren. Het is een verhaal dat ook een meerwaarde is voor de klas en misschien ook nog bevorderlijk voor haar integratie. En misschien zou het ook helend voor haar kunnen zijn maar dat hield ik voor mezelf.
Ik begon dus met nota’s te maken terwijl ze haar verhaal deed. Ze deed het echt met hart en ziel en ik zag hoe ze moeite deed om haar emoties onder controle te houden. God wat had dat kind van 16 jaar allemaal al meegemaakt! Hoe kan zo’n meisje nog steeds zo lief en zo dankbaar blijven? We bekeken de nota’s en we bepaalden de inleiding. Stel je voor: er komen mensen om 9 uur ’s morgens bij je aan thuis, ze hebben je broertje ontvoerd en als jullie niet voor 17:00 het land uit zijn doen ze die jongen iets aan. Ik durfde geen details te vragen. Ik vond het al erg genoeg op zich. Beeld je dat in: je papa is ingenieur, je mama is scheikundige. Je hebt samen met je twee broertjes een nagenoeg normaal leven en plotseling gebeurt dit! Vreselijk, onmenselijk!
Het middenstuk ging over de reis naar Europa: niet minder dan zeven landen deed het gezin aan voordat het in Zaventem landde! Overal onzekerheid: waar gaan we eten, waar gaan we slapen, waar gaan we naartoe? Waarvan gaan we leven? Waar? Hoe? Bovendien spreken ze enkel Arabisch, terwijl ze bijvoorbeeld in Griekenland zaten, ergens in de Balkan of in Oostenrijk. Je kunt dus niet eens de borden lezen, zelfs het schrift is anders! Ik hielp haar dus om die angst, die onzekerheid maar ook de koude, de regen, de honger, de vermoeidheid en de wanhoop te beschrijven… Het was tenslotte in november!
Ze vertelde dat ze in Brussel waren, nat waren geworden, koud hadden, honger en niet eens wisten waar ze zouden kunnen eten of slapen. Ze waren allen op. De situatie was uitzichtloos! Tot ze toevallig een man tegenkwamen die hun ellende doorhad. Hij stelde spontaan voor om hen voor enkele dagen op te vangen. Meer nog: hij ging met hen naar de ambassade, naar het ocmw, enz.. Van toen af veranderde hun situatie, ze vonden landgenoten en met de hulp van die man konden ze beetje per beetje opnieuw een toekomst opbouwen. Haar papa werkt nu in een bakkerij. Het is hard werken en zeker onder het niveau van een ingenieur maar ze zijn dankbaar.
Eerlijk gezegd: ik was er niet goed van! Verdorie, waarover klagen wij hier maar altijd? Het is misschien een apenland met absurde structuren en kortzichtige politiekers maar we zijn toch veilig, niet? Echte angst heb ik nooit gekend, echte bijtende koude of ware honger ook niet! En toch blijven we zeuren en zagen en klagen terwijl Amida, die zoveel meemaakte, zo positief en dankbaar blijft!
Nu moesten we nog een slot of een conclusie formuleren. Ik vroeg: “Amida, heb je een boodschap die je wil meegeven, of iets dat je daaruit hebt geleerd of een conclusie of iets in die aard?” Ze moest diep nadenken en ik stelde eventueel voor: “Hoe één persoon je leven kan omgooien (zowel in de negatieve als in de positieve zin)”. Het was tenslotte telkens maar één persoon die hun lot zo drastisch veranderd had…
Ze keek me wat aarzelend aan met een zachte blik die recht door mijn ziel ging en ze zei: “Ik zou willen zeggen dat God, ons nooit vergeet. Hij zet de juiste mensen op de juiste plaats op het juiste moment op ons pad. Wij noemen Hem Allah en we vertrouwen hem.”
Ik was sprakeloos… Hoe mooi, hoe ontroerend, hoe oprecht!
We hebben daarna ook de presentatie besproken en ik heb haar drie tips gegeven:
- Denk nooit dat iedereen constant naar je zit te kijken. Het lijkt wel zo maar dat is niet.
- Als je merkt dat men lacht, weet dat men nooit om jou zelf lacht, enkel om de woorden die je zei of om iets wat je deed of misschien om iets totaal anders.
- Trek je grenzen. Je verhaal gaat ontroeren. Vertel niet wat je niet kwijt wilt, respecteer jezelf.
Ze kreeg goede punten, ontroerde de klas en krijgt nu ook nog meer begrip. Ze werd er ook wat zelfverzekerder van en … het deed ook iets met mij… Wij noemen Hem niet Allah maar we mogen er ook wel op vertrouwen…
Pingback: Een verhaal uit het vrijwilligersleven gegrepen – Regio Limburg